Afvalheffing gebeurt op basis van het Diftarsysteem. De heffing heeft een vastrechtgedeelte en een variabele component. Het BBV schrijft voor dat het tarief van de afvalstoffenheffing niet meer dan 100% kostendekkend mag zijn.
De kosten van de afvalstoffenheffing nemen in 2023 toe met € 98.998. Hieronder staan de kosten voor de afvalstoffenheffing voor de jaren 2022 (primitieve begroting) en 2023. De verschillen worden toegelicht.
Totale kosten afval | 2022 | 2023 | Verschil |
---|---|---|---|
1. Algemene kosten afval | 550.821 | 631.096 | 80.275 |
2. Huis aan huis inzameling | 531.459 | 610.936 | 79.477 |
3. Kosten ABP | 412.008 | 359.377 | -52.631 |
4. Kosten overige afvalstromen | 152.594 | 161.463 | 8.869 |
5. Overige indirecte kosten | 791.036 | 804.044 | 13.008 |
Totaal: | 2.437.918 | 2.566.916 | 128.998 |
6. Onttrekking reserve afval | 0 | -30.000 | -30.000 |
Totaal: | 2.437.918 | 2.536.916 | 98.998 |
1. Algemene kosten afval
Het verschil wordt veroorzaakt door de volledige toerekening van de kosten van de afvalcoach, hogere personeelskosten (o.a. CAO) en het wegvallen van de subsidie voor inzameling zwerfafval. De subsidie voor zwerfafval wordt achteraf ontvangen in 2024. Voor 2023 wordt dit nadeel daarom niet te verrekend in het tarief, maar gedekt uit de reserve afval.
2. Huis aan huisinzameling
In 2023 wordt inzamelfrequentie voor restafval gewijzigd van een 3-wekelijkse naar een 6-wekelijkse inzameling. Om de inwoners een mogelijkheid te bieden om bij een volle container tussentijds restafval in te leveren zijn extra ondergrondse containers aangelegd. Door deze aanpassing stijgen de totale ledigingskosten voor het restafval iets. De kosten voor de inzameling van het GFT-afval blijven stijgen, omdat steeds beter wordt gescheiden en daardoor meer GFT wordt aangeboden dan was voorzien in 2022. Verder is in 2023 de raming voor de aanschaf van nieuwe containers naar boven gesteld.
De ramingen zijn aangepast op grond van de ervaringscijfers 2022.
3. Kosten ABP
De ramingen van de diverse afvalstromen zijn aangepast op grond van de ervaringscijfers 2022. Ten opzichte van 2022 zijn de kosten voor de afvalstromen iets gedaald. Grotendeels wordt het voordeel veroorzaakt door een lagere doorberekening van de onderhoudskosten werf.
4. Kosten overige afvalstromen
Het betreft hier een klein nadeel. Binnen de verschillende afvalstromen zijn echter wel verschillen ontstaan. Een voordeel ontstaat op de post inzameling oud papier scholen/ verenigingen, omdat verwacht wordt dat we geen subsidie meer hoeven te betalen. Door de huidige hoge vergoeding voor oud papier wordt niet verwacht dat deze in 2023 onder de garantieprijs duikt. Mocht dit wel gebeuren dan vindt dekking plaats uit de reserve afval. Nadelig zijn de lagere vergoeding per ton die wij ontvangen voor PMD en de hogere kosten voor luierafval.
5. Overige indirecte kosten
Op dit onderdeel is sprake van een nadeel. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door hogere overheadkosten.
6. Onttrekking reserve afval belastingdruk
De stand van de reserve is per 1-1-2022 € 195.181. De geraamde bijdrage van € 30.000 heeft betrekking op de uitgestelde subsidie zwerfafval 2023. Deze inkomstenderving wordt éénmalig gedekt uit de reserve afval. In 2024 wordt weer een bijdrage verwacht (inclusief afrekening 2023).
Conclusie t.a.v. de opbrengsten
De totale kosten voor 2023 nemen toe met € 128.998 tot een totaal van € 2.566.916. Dit betekent bij een 100% kostendekkendheid dat de opbrengsten met eenzelfde bedrag moeten toenemen. Hiervan wordt € 30.000 gedekt uit de reserve, het overige deel wordt in rekening gebracht middels een tarief per aansluiting (gemiddeld tarief € 230,10). In de raadsvergadering van december komen we met een voorstel voor de tarieven en hierbij wordt rekening gehouden met de verhouding variabel/vast.