De geraamde baten en lasten in onze begroting die betrekking hebben op riolering zijn nog gebaseerd op het huidige Gemeentelijk Riolering Plan (GRP) die is opgesteld in 2016. De looptijd van dit GRP is verlengd tot 2023.
Vanuit deze samenwerking is met alle gemeentelijke partijen (Borger-Odoorn, Coevorden, Emmen, Hardenberg, Ommen) gewerkt aan de afstemming van de verschillende GRP’s. Dit heeft geresulteerd in een nieuw GRP voor de jaren 2023 tot en met 2029. Eind 2022 wordt het nieuwe GRP ter vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad.
Als de gemeenteraad het nieuwe GRP vaststelt, dan zal binnen het product riolering wel een verschuiving plaatsvinden tussen de verschillende rioolbudgetten. Dit verloopt grotendeels budgettair neutraal voor het jaar 2023 en heeft geen gevolgen voor het tarief. De hoogte van de opbrengsten verandert dus niet.
Voor de rioolheffing is ook 100% kostendekkendheid van toepassing. Het huidige GRP, maar ook het nieuwe GRP, is zodanig opgezet dat het gemiddeld tarief jaarlijks met 0,75% stijgt. Eventuele verschillen in de exploitatie worden gecompenseerd door een toevoeging of onttrekking aan de (egalisatie)reserve riolering. Aanvullend vindt, conform het GRP, jaarlijks een dotatie plaats aan de voorziening riolering. Deze dotatie wordt nu nog jaarlijks aangewend voor dekking van de jaarlijkse rioolvervangingsinvesteringen.
In het nieuwe GRP wordt de dotatie gestort in de tariefsegalisatievoorziening en ingezet als het tarief met meer dan 0,75% per jaar gaat stijgen, bijvoorbeeld door de uitvoering van grotere rioolvervangingsinvesteringen.
Hieronder zijn de geraamde kosten en opbrengsten voor 2022 en 2023
inzichtelijk gemaakt en toegelicht.
Totale kosten riolering | 2022 | 2023 | Verschil |
---|---|---|---|
1. Kosten riolering | 2.144.569 | 2.107.012 | -37.557 |
2. Kosten verbrede rioolheffing | 211.457 | 218.802 | 7.345 |
3. Overheadkosten | 341.516 | 341.806 | 290 |
4. Compensabele btw | 265.087 | 289.270 | 24.183 |
5. Nieuwe dotatie in voorziening | 171.898 | 203.579 | 31.681 |
6. Afronding | -49 | 2 | 51 |
Totaal: | 3.134.478 | 3.160.471 | 25.993 |
7. Mutatie (egalisatie)reserve riolering | 0 | 0 | 0 |
Totaal: | 3.134.478 | 3.160.471 | 25.993 |
Totale opbrengsten riolering | |||
8. Opbrengst vast tarief | 1.567.239 | 1.580.236 | 12.997 |
9. Opbrengst variabel tarief | 1.567.239 | 1.580.236 | 12.997 |
Totaal: | 3.134.478 | 3.160.471 | 25.993 |
Informatie rioolaansluitingen | 2021 | 2022 | 2023 |
Aantal aansluitingen | 12.750 | 12.760 | 12.770 |
Gemiddeld tarief per aansluiting | € 243,82 | € 245,65 | € 247,49 |
Stijging tarief | 5,95% | 0,75% | 0,75% |
Toelichting verschillen in kosten
1. Kosten riolering
Ten opzichte van 2022 zijn de kosten gedaald. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door lagere rentelasten.
2. Kosten verbrede rioolheffing
De stijging van de kosten wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de hogere kosten van de veegmachine.
3. Overheadkosten
Geen bijzonderheden.
4. Compensabele btw
Compensabele btw wordt conform art. 229b van de Gemeentewet meegenomen bij de lasten.
5. Storting in voorziening
De dotatie aan de voorziening wordt ieder jaar geactualiseerd op basis van het GRP uit 2016. Dit bedrag wordt vervolgens weer ingezet voor vervangingsinvesteringen. De dotatie 2023 opgenomen in de begroting is lager dan de raming in het GRP. Dit is mogelijk omdat in de reeds opgebouwde voorziening riolering voldoende ruimte aanwezig is om de rest van het eventueel benodigd budget 2022 voor vervangingsinvesteringen te dekken. Deze ruimte is ontstaan doordat de voorziening de afgelopen jaren is gevuld met voordelen op de kapitaallasten (o.a. onderuitputting). Conform het BBV worden deze voordelen gestort in de voorziening.
7. Mutatie (egalisatie)reserve riolering
Het is in 2022 niet noodzakelijk om aan de reserve te onttrekken of een storting te doen.
8/9. Opbrengsten vast en variabel tarief
De rioolheffing is opgebouwd uit een vast tarief per aansluiting en een variabel tarief per aansluiting. Beide heffingen bedragen afgerond 50% van het totaal van de lasten. De opbrengsten stijgen of dalen met een eenzelfde bedrag als de lasten om 100% kostendekkendheid te blijven hanteren.